In 1831 was De Liereman een natuurlijke hindernis voor de troepen van Willem I die bij de Tiendaagse Veldtocht ons land weer binnen vielen. De Belgische Generaal Niellon liet er grote vuren aanleggen om de vijand te doen geloven dat hij daar lag met een grote legermacht. Het mocht niet helpen en na enkele schermutselingen trokken de Hollanders Turnhout binnen.
In 1844 werd het kanaal Dessel-Schoten gegraven, deels om de arme heidegronden te kunnen bevloeien. Rond de Liereman werden ontginningswerken uitgevoerd waarvan de wegenis en de vierkante percelen getuigen. Een van de ontginners was een zekere Rommel. Zijn naam vinden we terug in Rommels huis (later het Heihuisken) aan de Bergstraat en in de Rommelschen dijk, die ligt op de grens van Oud-Turnhout en Arendonk.
Toen na 25 onverdeeldheid tussen Turnhout en Oud-Turnhout de Liereman voor de prijs van 3000 frank gemeentelijke eigendom werd was de afscheiding van Turnhout afgerond. Oud-Turnhout zat toen in acute geldproblemen door onder meer het onderhoud van 3 parochies en de daarbij horende scholen. Uiteindelijk was de aankoopprijs nog goed onderhandeld want de Liereman genereerde voor de gemeenschap sinds 1865 ook heel wat inkomsten. Jachtrechten brachten 1153,74 frank op, visserij : 50 fr., weidingsrechten: 410 fr., houtverkoop: 110,5 fr., verpachting van gras: 100 fr. Uiteraard moeten er ook opbrengsten zijn geweest van turfwinning en strooisel.
Voor de huurprijs van de Liereman over 5 jaar betaalde Turnhout daarenboven 426 fr.
Tegenover de aankoopprijs stond dus een batig saldo van 2250,24 fr. In de plaatselijke brouwerij Lauwers verdiende een brouwer rond die tijd 6,96 fr voor 5 dagen werk.
Als de opbrengsten dus zouden geïndexeerd worden naar vandaag toe dan bracht de gemeentelijke eigendom alleen al tienduizenden euro’s op voor de ganse gemeenschap. Vandaag betaalt Natuurpunt een bedrag als “beheerder” maar de gemeente moet dit bedrag opnieuw investeren in het gebied. Als we echter de talrijke inkomsten in rekening brengen die Natuurpunt opstrijkt via subsidies en opbrengsten van wandeltochten, plukken van gagel enz. dan moeten we vaststellen dat de gemeentelijke eigendom alleen maar kosten oplevert voor de gemeente en dat de baten alleen Natuurpunt ten goede komen.
Tot voor enkele decennia was de Liereman een geliefde pleisterplaats van schilders die er ongehinderd hun gang konden gaan net zoals andere burgers die voor velerlei doeleinden de natuur gebruikten in hun dagelijks leven zonder schade toe te brengen.
In de buurt van de nabijgelegen Hertenkuil kochten de plaatselijke brouwers vele perceeltjes om het beschikbare hout te kunnen stoken in hun onder hun brouwketels. We hebben het over brouwerij Lauwers, sinds 1834 overgenomen door zijn schoonzoon De Proost. De meeste Oud-Turnhoutenaars kennen de brouwerij beter als brouwerij De Ster van Mijnendonckx.
De nabijgelegen Echelkuil werd door Dr. Smagghe aangelegd met de nodige sluizen om er medicinale bloedzuigers te kweken die voor een groot deel werden uitgevoerd naar Parijs. In de ondiepe vijvers werden afgeleefde paarden aan een paal gebonden. Rond hun poten kregen ze een lederen hoos waarin de volgezogen echels vielen en daar konden worden “geoogst”.
Zo stond de natuur op alle mogelijke gebieden in functie van wat het de mens kon bieden en fauna en flora vaarden er wel bij.
Vandaag de dag wordt de mens er aanzien als een potentieel gevaar en wil men met een dwaze romantiek terug naar een moment in de geschiedenis, namelijk de Kempen van de heiboeren. Natuur is evolutief en in het verleden heeft de omgeving er vaak anders uitgezien met telkens typische eigenheden van fauna en flora. Het krampachtig bewaren, of zeg maar creëren van een toestand uit het verleden is onnatuurlijk en economisch totaal inproductief. Het vergt kunstmatige ingrepen zoals begrazing met vee die extra kosten met zich meebrengen maar weinig meerwaarde bieden. Het weer introduceren van bepaalde dieren en planten, op een behoorlijke schaal, is even kunstmatig en daarom ook verre van een succes. De weidevogels zoals korhoen, wulp, scholekster en kievit waar ooit zoveel om te doen was zijn volledig of in grote mate verdwenen ondanks alle groene initiatieven. Vroeger waren ze er wel, ondanks privaatbezit en vandaag zien we meer weidevogels in landbouwgebieden elders in Oud-Turnhout dan rond de Liereman. Nu pakt men uit met de nachtzwaluw maar die krijgen we natuurlijk ook niet te zien! Uit alles blijkt echter dat het Natuurpunt niet echt om de natuur te doen is maar eerder op de centen en dus ontbossen waar het maar kan en pottenkijkers weren uit de zone door verbodsbepalingen en afsluiten van wegenis! Eén ding is zeker, de inbreng van de mens in het verleden heeft de natuur NIET verwoest. De mooiste stukken zoals de Echelkuil zijn bewaard in private handen! Uit metingen blijkt dat de waterkwaliteit NIET is aangetast en dat er evenmin een probleem is van overbemesting tenzij het heidelandschap de norm moet zijn! Het is dan ook een kaakslag aan onze voorouders en huidige eigenaars om te spreken van NATUURHERSTEL !
Tegenover deze kunstmatige aanpak staat een natuurbeleid dat leeft op het ritme van veranderende omstandigheden op alle gebied en waarin plaats is voor de mens als essentieel deel van het biotoop en voor de economische waarden die onze welvaart moeten verzekeren. De uiteindelijke doelstellingen van Natuurpunt om zoveel mogelijk in te palmen als eigendom zullen de economische waarde van een groot deel van Oud-Turnhout teniet doen. Gedaan met normale productie van gronden, grondwaarde is reeds gehalveerd , en inning van successierechten voor de staat zal evenredig verminderen en in de toekomst grotendeels wegvallen. De Liereman zal met de huidige plannen de speeltuin worden van Natuurpunt en de baten van toerisme natuurlijke opbrengsten zullen alleen hen ten goede komen!
Op 8 maart 1940 werd de gemeentelijke eigendom De Liereman gerangschikt als landschap. Verschillende decennia werd het landschap op een goede manier beheerd door de gemeente tot het “Overlegorgaan van Kempische Konservators” in 1979 plannen smeedde voor uitbreiding van de rangschikking en het herwerken van de verbodsbepalingen. Ze omlijnden een uitbreidingszone die in volgorde van urgentie in 9 fases moesten worden aangepakt. De huidige uitbreidingszone gaat nog een heel stuk verder! Er werd, zoals altijd uitsluitend op maat van de natuurverenigingen, een advies opgesteld dat in 1984 door de toenmalige minister van Cultuur, K.Poma, werd ondertekend.
Tijdens de oorlog trainden Duitse troepen die in rust lagen in onze omgeving in de droge heide van Van Dam ten zuiden van het reservaat. Rond die tijd werden via een minispoor veel ontzavelingswerken uitgevoerd om de toekomstige ringlaan van Turnhout op te hogen. Ondanks het feit dat de heide van Van Dam toen in privaatbezit was het in de zeventiger jaren geen enkel probleem voor de pas opgerichte jeugdvereniging De Zwaantjes om speurtochten en sluipspelen te doen in deze heide.
Ook deze knapen hebben er niets verwoest maar de natuur beleefd zonder ‘educatieve (?)’ indoctrinaties zoals nu gebeurt met leerlingen van scholen die onder leiding van een Natuurpunter mogen komen kijken naar wat hen wordt voorgekauwd tegen betaling van de gids! Voor de jeugdgroepen is het speelbos beperkt tot het zogenaamde “bos van Bo”!
Onder impuls van pastoor Segers van Arendonk groeide de natuurvereniging De Wielewaal uit tot een vereniging waar het echt om de natuur en vooral om de vogels te doen was. De pietjespastoor, zoals hij in de volksmond genoemd werd, stierf aan de Brakeleer aan een hartaanval bij zijn poging om een heidebrand te blussen. Toen werden er zinvolle initiatieven genomen want de macht en het geld waren nog niet de streefdoelen. Geleidelijk aan evolueerde de Wielewaal onder aanvoering van stadse milieuactivisten en vanuit de groene sfeer van de jaren zeventig tot een activistische beweging die eerder de macht en het geld dan de natuur beoogde. In 1994 had De Wielewaal 350 ha in eigendom en 3000 ha in beheer.
De Wielewaal veranderde van naam en vandaag is Natuurpunt de grootste grondbezitter van Vlaanderen maar in tegenstelling tot de baronnen van vroeger zijn ze veel onverdraagzamer en naast ontbossing, omwille van de opbrengst van 36 € per stère, is het afsluiten van hun gebieden telkens een eerste prioriteit. Eén van de activisten is de heer D. Josten die tevens ambtenaar is van ANB en uiteraard zal wegen om de meest gunstige regeling te bekomen in het belang van Natuurpunt!
In onze gemeente vonden de natuurjongens de gepaste bondgenoten in de gemeenteraad vooral in de personen van Jef Hens en Jef Kersemans die er alles voor over hadden om Natuurpunt tegemoet te komen.
In 1993 werd voor het reservaatgebied De Liereman reeds uitgebreid op private gronden. Ondanks verzet werd toen niet in het minst rekening gehouden met de bezwaren van de eigenaars. De tekst van de klassering werd woordelijk overgenomen van het hoger genoemde “Overlegorgaan van Kempische Konservators”.
De eigenaars moesten inleveren voor het maatschappelijk belang maar kregen geen cent aan compensaties voor hun verliezen. Als arbeiders of bedienden moeten inleveren dan is “het kot te klein”. Eigenaars mag men blijkbaar zonder verpinken benadelen zonder inspraak of compensatie!
De honger van Natuurpunt was niet gestild, vooral wanneer ze de kans zagen om meer dan 7 miljoen € te kunnen binnenrijven uit de Europese geldpot. Om die geldstroom mogelijk te maken moest de zone worden uitgebreid en opnieuw lijkt het hun logisch dat ze dat kunnen doen op de kap van boeren en eigenaars. Van compensaties wordt opnieuw in alle talen gezwegen.
Het gedetailleerde verloop van de nieuwe uitbreiding die reeds leidde tot een raamakkoord waarin de Landelijke Gilde zich liet strikken zullen we elders uittekenen.